
1 april in Goudriaan
Goudriaan.
De zon knalt uit de lucht alsof iemand op “aan” heeft gedrukt
en vergeten is dat het pas april is.Een koe kijkt me aan
met zo’n blik van:
“Luister gozer, het is lente, ik ga vandaag gewoon niks nuttigs doen.
Ik ga liggen. In het gras. En misschien sta ik straks weer op.”
Ik begrijp haar.
Wij hebben dezelfde levensfilosofie.Boer Bert staat bij het hek.
Nieuwe klompen.
Fluoriserend geel, alsof hij van de bouw is.
Hij zegt: “Moet je kijken hoe groen het gras is.
Dat is gewoon niet normaal meer.
Alsof het zichzelf photoshopt.”
Ik geef hem gelijk.
Alles lijkt mooier vandaag.
Zelfs de sloot ruikt een beetje naar vakantie.Er rent een kind voorbij
met een vlag en een tak als zwaard.
Hij roept: “IK BEN DE KONING VAN DE RECHTERKANT!”
Aan de overkant roept een meisje terug:
“DAN BEN IK VAN LINKS! WIJ HEBBEN DE BLOEMEN!”
Ze lachen.
De brug is hun grens.
Een klaproos is hun wapen.De molen doet z’n best.
Hij kraakt alsof hij zelf ook wil zeggen:
“Ik voel me weer jong!”
Een beetje roestig, maar alles draait.
Zoals het moet.
Zoals het mag.Er vliegt een ballon de lucht in.
Zonder reden.
En ergens blaft een hond
alsof hij het hele voorjaar persoonlijk verwelkomt.En ik?
Ik zit op een bankje
met een gevulde koek van het tankstation.
En ik denk:
Dit is 1 april.
Zonder grappen.
Alleen maar echt.
En mooi.Dichter des Gouweriaans