
Naam: Knor
Dagelijks leven: avonturier, criticus en parttime kinderwagenvrees
Dagboek van Knor – 18 mei
Beste Dagboek,
Vandaag was het weer zo’n dag vol mogelijkheden. En irritaties. Maar vooral mogelijkheden. Ik lag vanmorgen in de zon, mijn rechteroor trilde nog na van het snurken van Frank vannacht – dat varken klinkt als een bladblazer met hooikoorts – en ik dacht: Knor, meisje, je bent bijna 10. Tijd om de wereld nog eens te laten weten wie je bent.
Ik herinner me nog mijn gloriedagen in Plaswijckpark. Ach, de kinderschrik die ik was! Geen kinderwagen was veilig, geen koekje ongeknabbeld. Ouders in paniek, kinderen in extase of trauma – het kon alle kanten op. Mijn neus wist alles te vinden: chips onder zitjes, rozijntjes in broekzakken, een enkele keer zelfs een halve frikandel (warm!). Die tijd mis ik. Hier in Goudriaan is het mooi, natuurlijk. Groot weiland, verse modderbaden, kreeft op dinsdag en af en toe een zwaan als je snel genoeg bent. Maar toch… het avontuurlijke zit nog steeds in mijn hoefjes.
Ik overwoog vandaag om net als Frank te ontsnappen via de sloot. Maar ja, Frank… Die dacht dat hij nog steeds soepel was. Hij plonsde erin als een professioneel zwijn en bleef steken op de helft. We hebben hem met een katrol en een halve hooibaal eruit moeten trekken. Sindsdien weigert hij water en beweert hij dat hij ‘plattelandstype’ is. Dus nee, zwemmen is voor nu van de baan.
Andere ontsnappingsroute? Het hek. Ja, ik weet het: ik heb het al eens geprobeerd met mijn tanden. En eerlijk? Ik kwam ver. Heel ver. Maar toen kwam die… dat zwarte mormel met witte sokken en die irritante wipstaart. Ze noemen hem “Neenietdoen”, maar ik noem hem “De Gierende Wind met Teveel Energie en Geen Fatsoen” (kortweg: DGTENGF). Hij rent rondjes om ons heen alsof hij een op hol geslagen bezemsteel is en roept de hele tijd dingen als: “Wat ben je traag, speklap!” en “Kijk uit, daar komt je pens!”
Pure belediging. Laatst gaf ik hem een welgemikte beet in zijn bibs. Hij piepte als een wijnglas in de vaatwasser. Dat voelde goed. Verjongend zelfs. Misschien moet ik weer wat meer nachtaanslagen plannen. Hem verrassen terwijl hij slaapt. Ik weet waar zijn mand staat. En ik weet waar de slootrand glad is. Just saying.
Oh, en de dierenarts. Die man… Elke keer komt hij met zijn koude handen, zijn naalden en dat overdreven zachte stemmetje. Alsof ik niet doorheb dat hij weer iets in m’n kont wil duwen. Laat hem maar eens voelen hoe het is om een knauw in je kuit te krijgen van een varken dat het helemaal gehad heeft. Ik ben tenslotte geen stuk tofu, ik bén Knor.
En als laatste, Dagboek, moet ik toch even iets kwijt: WAAROM luisteren mensen niet? Ik. Lust. Geen. Paprika. Of. Ui. Hoe moeilijk is het? Ik smijt het altijd demonstratief uit mijn trog, en dan kijken ze verbaasd. “Knor, waarom eet je niet alles op?” Misschien omdat ik een varken ben met smaak. En grenzen. Maar als ik smak – dan ineens luisteren ze wél. Misschien moet ik gewoon een opiniestuk schrijven in Het Kontakt. Titel: “Een stem uit de modder: Waarom paprika een oorlogsverklaring is”
Subtitel: “En wat ik vind van slordige voederpraktijken.”
Vanavond slaap ik weer in de schuur. Lekker warm, eigen hoekje. Alleen jammer van de kerkuilen boven mij. ’s Nachts doen ze alsof ze in een horrorfilm zitten – schreeuwen, fladderen, doen stoer. Maar overdag? Nergens te bekennen. Ik noem ze wel eens ‘de gotische duiven’. Misschien trap ik morgen expres tegen de zolderbalk. Even laten weten wie hier de baas is.
Goed, ik ga nu nog even een druif jatten van de wijngaard. Als ik ze snel genoeg wegknabbel, wordt het nooit wijn. Preventieve sabotage, noem ik dat.
Tot morgen, Dagboek.
Knor – avonturier, criticus, parttime kinderwagenvrees.
Lees ook mijn bijdrage uit 2020: Maandag 18 mei – Dagboek van Goudriaan