Beste mensen,
Een persoonlijk verhaal over de brandweer is best wel lastig ook al zit ik alweer bijna 24 jaar erbij, begonnen als aspirant, opleidingen gevolgd zoals manschap, bevelvoerder en chauffeur/pompbediener en als ploegchef de leiding heb over onze post in Goudriaan en redelijk wat uitrukken heb mee gemaakt.
Om te beginnen zal ik mij eerst voorstellen, mijn naam is Rene Keijzer geboren en getogen Goudrianer, getrouwd met Cisca Keijzer en vader van 3 lieve kinderen, Kim, Roos en Isabel.
Vanuit het ouderlijk huis is de brandweer met de paplepel ingegoten en er nooit meer uitgegaan.
Iedere keer als de pieper gaat is het een verrassing waarvoor je wordt opgeroepen, een brand, hulpverlening of iets totaal anders.
De laatste jaren zijn het veel verschillende incidenten waarvoor ik opgeroepen ben en ja, er zitten ook minder leuke uitrukken bij.
Als de pieper dan gaat, wat 24 uur per dag, 7 dagen in de week kan gebeuren is het snel schakelen en naar de kazerne komen om daar je pak aan te trekken en met het voertuig naar het incident te vertrekken en dan is het de vraag hoe erg zal het zijn of wat ik aan tref.
Het moeilijkste is in de nacht, als je dan geroepen wordt is het eerst eens ontcijferen wat er op de display van de pieper staat, prio1 (spoed) of een prio2 (minder spoed), maar vaak is Cisca ook al wakker geworden en gaat alvast de deur open maken in de tijd dat ik me aankleed (kleding heb ik op volgorde klaar liggen) en dan sprint ik naar beneden ( als de kids wakker worden blijven ze netjes aan de kant) en stap op de fiets naar de kazerne.
In die tijd, zo`n 3 à 4 minuten komen ook de andere postleden( ieder op zijn eigen manier) naar de kazerne, trek ik mijn bluspak aan en vertrek (met collega`s) naar het incident.
Daar aangekomen doe ik mijn werkzaamheden en dat is de ene keer een uitruk waar geen leed bij is bijvoorbeeld een boom over de weg, maar het kan ook zijn dat er wel leed is en dat kan op meerdere manieren zijn.
Een brandje vind ik leuk, maar voor de persoon die het overkomt niet, en als de brand groot genoeg is zal hij me ook wel bij blijven.
Een hulpverlening kan leuk zijn (paard in de sloot) en soms ook niet, waarbij ook (dodelijke) slachtoffers te betreuren zijn en dat zijn er die wel wat langer in gedachten blijven en een aantal die ik een plekje heb moeten geven.
Daarom gaan we met zulke gebeurtenissen met elkaar in gesprek om zo het plaatje (wat is er precies gebeurd) rond te breien en delen we lief en leed.
Bij ieder incident is het voor mij ook het thuisfront erg belangrijk, die hebben ook de vraag van wat het was en praat je er ook nog eens over.
Zelf hoop ik nog wat jaren bij de brandweer te blijven en veel mensen te kunnen helpen. We hebben daarom ook nieuwe vrijwilligers nodig om dit met elkaar te kunnen doen.