Mijn hoofd is vol,
De straten zijn leeg,
Ik weet niet meer,
Hoe ik dit gevoel kreeg.
—
Weken gaan voorbij,
Sneller dan dagen voorheen,
Ben ik nog wel vrij?
Voel ik mij alleen?
—
Een blik naar buiten,
De raam op een kier,
Ik hoor een roodborst fluiten,
En een lach van plezier.
—
Mijn hoofd verlicht,
De straten krijgen kleur,
Scherper wordt mijn zicht,
Beter mijn humeur,
—
Besef rijst in mij op,
Het is een vrolijk bestaan,
Zelfs in tijden van getob,
Is het leven mooi in Goudriaan.